Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe:
‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte. Deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt; het is immers pas het derde uur na zonsopgang. Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël:
“Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik over alle mensen Mijn geest uitgieten. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten. Ja, over al Mijn dienaren en dienaressen zal Ik in die tijd Mijn geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren. Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook. De Zon zal veranderd worden in duisternis en de Maan in bloed voordat de grote, stralende dag van de Heer komt. Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.”
Israëlieten, luister naar wat ik u zeg:
Jezus uit Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God, zoals u bekend is, door Zijn toedoen onder u heeft verricht. Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden. God heeft Hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van Hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over Hem niet behouden. David zegt immers over Hem:
“Steeds houd ik de Heer voor ogen, Hij is aan mijn zijde, ik wankel niet. Daarom verheugt zich mijn hart en jubelt mijn tong van blijdschap. Ja, mijn lichaam zal behouden blijven, want U zult mij niet overleveren aan het dodenrijk en het lichaam van Uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan. U hebt mij de weg naar het leven getoond, Uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde.”